Sunday, October 29, 2006

Vakantie Deel 1: Çanakkale

Het einde van de Ramadan wordt in Turkije vergezeld met een week vrij voor al het onderwijs.
En dus werden de spullen gepakt om het laatste beetje toeristenseizoen en het mooie weer te benutten. Op dinsdagochtend vertrokken we (Kristiaan, Herbie, Neus en Nihal) met de bus (de bus is hier veruit het meest gebruikte vervoermiddel) richting Çanakkale een klein stadje ten zuidwesten van de Zee van Marmara.
Çanakkale heeft als twee grootste attracties de slagvelden van Gallipoli en de ruines van Troje. Op woensdag werd dan ook besloten om samen met de later aangesloten Thomas en Julien de overblijfselen van deze historische plek te bezoeken. De ruines vielen echter nogal tegen. Het was duidelijk dat er weinig gespaard was gebleven van Troje en afgezien van een afzichtelijk, 6 meter hoog paard dat in de jaren zeventig door de plaatselijke timmerman in elkaar geknutseld was en een hoop resten van muren die voor het zelfde geld door hadden kunnen gaan voor de ruines van elke niet-meer bestaande nederzetting die je maar kan bedenken, was er weinig te beleven. Het feit dat onze studentenkaart ons het betalen van een ticket had bespaard plus de eindeloze verhalen die Herbie wist te vertellen over de Griekse Goden (deze man weet werkelijk over alles wel iets te vertellen. Ik durf hem dan ook niet te vragen naar de winnaar van de Fierljepkampioenschappen in 1928, omdat ik vrees dat hij zelfs daar het antwoord op weet.) maakte de trip toch nog de moeite waard.
Die avond met een aantal mensen van de groep voor het eerst een bezoek gebracht aan de Hamam. In een semi-buitenijk van Çanakkale werden we ontvangen door twee mannen die op zijn minst verrast moeten zijn geweest met het bezoek van vijf internationale studenten om 12 uur 's nachts. De massage was er gelukkig niet minder om en dus konden we om een uur of 1 weer helemaal verfrist ons hotel op zoeken.
Ondanks het feit dat vier van de zeven mensen de volgende morgen om negen uur zouden vertrekken naar Bursa, kon Thomas het toch niet laten om de alcohol weer rijkelijk te laten vloeien. (Het feit dat alcohol in Noorwegen extreem duur is, weerhoudt Thomas er niet van het in overvloede te nuttigen en ook in Turkije brengt hij daar geen verandering in. Cliche's over alcohol en Scandinaviers zijn hier dus op zijn plaats.)

De bus van 9 de volgend morgen werd op deze manier een wel erg zware opgave en uiteindelijk kon na lichte paniek alsnog om 10 uur een aansluiting met de bus gevonden. In de wetenschap dat ik het viertal niet hoefde te volgen, draaide ik me rond die tijd voor de zoveelste keer nog eens om om uiteindelijk om 12 uur fris uit bed te stappen.

Ik wist op dat moment nog niet dat het erg van pas zou gaan komen om enigszins fris aan de start te verschijnen. Onze tweede dag in Çanakkale was bedoeld om de Gallipoli Battlefields te bezoeken.

De Gallipoli Battlefields waren het decor voor de poging van de Allies in de Eerste Wereldoorlog om de Turken en Duitser terug te drijven en uiteindelijk Constantinopel te veroveren. In deze veldslag vonden in totaal 100duizenden soldaten de dood en het was de eerste grote victorie van Mustafa Kemal als Legerleider.
Mustafa Kemal, beter bekend als Atatürk, sprak na afloop van deze veldslag de legendarische woorden.

''There is no difference between the Johnny's and the Mehmet's where they lie side by side in this country of ours...''

Tegenwoordig zijn de battlefields weer volop begroeid en de mooie natuur op het Gallipoli schiereiland geeft het zo een beetje een tegenstrijdig karakter.

Na een wandeling van Kilitbahir naar Eceabat (twee kleine dorpjes op het schiereiland) vertrokken we met de dolmus naar de westkust waar de Geallieerden destijds aan land waren gegaan. Een aantal grote gedenktekens en een klein museum maken het meest duidelijk wat er hier een kleine honderd jaar geleden gebeurd is en verder is het voornamelijk een heel rustgevend eiland waar je met het weer dat wij hadden uren over rond kunt lopen. En dat gingen we dan ook doen. Ons optimisme over het langskomen van de dolmus bleek rond een uur of 7 nogal getemperd te zijn toen het donker begon te worden en er nog steeds niets voorbij was gekomen. En dus besloten we terug naar Eceabat te lopen in de hoop opgepikt te worden door een toch nog langsrijdende dolmus, taxi of goedgezinde automobilist.
Dolmuses kwamen niet, taxi's schenen ons niet te zien en de automobilisten waren ons toch niet zo goedgezind en dus zat er niets anders op dan een tocht langs de weg naar Eceabat in het inmiddels donker geworden landschap van Gallipoli. En op zo'n moment is tien kilometer lang, heel lang. Gelukkig kregen we gezelschap van een zwerfhond die omgedoopt werd in 'Kepek' (Turks voor Hond, hoe simpel kan het leven soms zijn). Vergezeld door 'Kepek' bereikten we na een kleine twee-en-half uur Eceabat. De bewoonde wereld bleek 'Kepek' toch iets te veel en dus liet de hond ons daar aangekomen weer alleen.
Met de blaren op de voeten en kuiten goed afgetraind namen we uiteindelijk de de veerboot terug naar Çanakkale alwaar we diezelfde nacht om 02:30 vertrokken naar de kustplaats Izmir.....

wordt vervolgd ->

1 Comments:

Anonymous Anonymous said...

Hond is Köpek in het Turks!!

12:46 AM  

Post a Comment

<< Home